Datum: Niet beschikbaar
Tekst: Dierenarts Diana van Houten
Volgens onderzoekers van de Universiteit Wageningen neemt het aantal teken in Nederland van jaar tot jaar steeds verder toe. De aanwezigheid van meer teken leidt tot steeds meer tekenbeten. Jaarlijks worden er nu al naar schatting* meer dan anderhalf miljoen Nederlanders door teken gebeten! Tussen de 20.000 en 30.000 van hen lopen hierdoor de ziekte van Lyme op. Ook honden kunnen de ziekte van Lyme krijgen.
Teken zijn geleedpotigen, die lijken op kleine spinnetjes. Teken kennen drie verschillende levensstadia: uit het ei komt een larve, die zich ontwikkelt tot een nimf en uiteindelijk tot een volwassen teek. De verschillende stadia voeden zich met bloed en weefselvloeistof van zogenaamde ‘gastheren’. Deze gastheren zijn meestal wilde dieren, maar bij gebrek daaraan kunnen dat ook mensen of huisdieren zijn. De meest voorkomende teek in Nederland is de zogenaamde schapenteek (ook wel hondenteek genoemd) met de wetenschappelijke naam Ixodes ricinus. Deze teek komt voor in bosrijke omgevingen, waterrijke gebieden en plekken met hoog gras zoals duinen, maar steeds vaker ook in de eigen tuin. Uit onderzoek** is namelijk gebleken dat ongeveer één derde van de tekenbeten in de eigen tuin wordt opgelopen. In Nederland zijn teken, afhankelijk van de lokale temperatuur, voornamelijk actief vanaf maart tot en met oktober of november. Onder gunstige omstandigheden – zoals een temperatuur hoger dan 5 ⁰C ‐ kunnen teken zelfs in de wintermaanden tot bijten komen.
Ziekte van Lyme
De ziekte van Lyme is vernoemd naar het stadje Old Lyme in de Verenigde Staten, waar de ziekte in de jaren ’70 van de vorige eeuw werd ontdekt en onderzocht. Medici noemen de ziekte vaak Lyme‐ borreliose of Borreliose, hiermee verwijzend naar de bacterie die de ziekte veroorzaakt. Met deze spiraalvormige bacteriën, zogenaamde spirocheten, raakt een teek besmet als hij zich voedt met bloed van een besmette gastheer. In Nederland is gemiddeld één op de vijf teken (20 procent) besmet met de Borrelia‐bacterie die de ziekte van Lyme kan veroorzaken. Wel zijn er grote verschillen: op de ene plaats is de helft van de teken besmet, op andere bijna geen.
Besmetting voorkomen
Teken kruipen omhoog in struiken of hoog gras en wachten daar totdat een mens of dier langskomt waarop zij kunnen overlopen. Eenmaal op de gastheer kruipt de teek verder totdat hij een geschikte, veelal dunbehaarde plek op het lichaam heeft gevonden. Op die plek zal de teek zijn steeksnuit in de huid steken en beginnen met het zuigen van bloed. Bij honden bevinden deze voorkeursplekken zich aan de binnenkant en rond de oren, aan de hals en de kop en tussen de poten (binnenkant en ‘oksels’) en onder de staart. Als de teek zich vasthecht aan zijn gastheer bevinden de Borrelia‐ bacteriën zich nog in zijn darm. Het binnenstromen van het eerste bloed is voor de bacterie het startsein om zich te verplaatsen naar de speekselklieren van de teek. Deze verplaatsing duurt ongeveer een dag waardoor de mogelijkheid tot een besmetting in deze periode erg klein is. Alle honden lopen na een beet van een geïnfecteerde teek het risico Lyme‐borreliose te ontwikkelen. Van alle honden ontwikkelt 5% verschijnselen die passen bij Lyme. Het kan maanden duren voordat de klinische symptomen van de ziekte zichtbaar worden. Niet zelden toont een besmet dier pas 2 tot 5 maanden na een tekenbeet symptomen als kreupelheid (met één of meerdere ontstoken gewrichten), vergrote lymfknopen, koorts en/of sloomheid. In ernstigere gevallen ontstaan ontstekingen van de nieren, hartspier of zenuwafwijkingen. Oudere honden en honden met een slechtere afweer lijken gevoeliger voor de ziekte. Een behandeling met antibiotica bij honden die ziekteverschijnselen vertonen, is het meest effectief wanneer deze zo vroeg mogelijk wordt gestart. Het is echter mogelijk dat de infectie ondanks de behandeling aanwezig blijft in de hond. Er is nog veel onduidelijk over de ziekte van Lyme bij honden. Omdat zelfs een behandeling met antibiotica niet altijd effectief is tegen de ziekte van Lyme, is ook hier voorkomen beter dan genezen. Voorkomen dat een hond gebeten wordt door teken kan door het nemen van een aantal preventieve maatregelen, zoals het gebruik van tekenwerende en tekenafdodende middelen, het mijden van gebieden waarvan bekend is dat daar veel teken voorkomen (zie tekenradar.nl) en het zoveel mogelijk midden op de bospaden blijven lopen. Daarnaast is het van groot belang aangehechte teken zo snel mogelijk te verwijderen, zodat de kans op een besmetting met Lyme zo klein mogelijk blijft.
Vaccinatie
Voor honden die het risico lopen herhaaldelijk door besmette teken gebeten te worden kan vaccinatie worden overwogen. Het vaccin blokkeert de ontwikkeling van de bacterie in de teek en voorkomt daarmee besmetting van de hond. Meer weten? Vraag uw dierenarts om aanvullende informatie.
Voorkomen is beter dan genezen
Voorkómen dat een teek uw huisdier kan besmetten met een ziekteverwekkende soort van de Borrelia‐bacterie biedt natuurlijk de beste bescherming. Door zelf een aantal preventieve maatregelen te nemen kunt u hiervoor zorgen: Gebieden waarvan bekend is dat zich daar veel teken ophouden dienen te worden vermeden;
Verwijder teken zo snel mogelijk nadat deze zich hebben vastgezogen;
Gebruik goede tekenwerende en tekenafdodende middelen;
Vaccinatie kan worden aanbevolen voor honden in gebieden met besmette teken en die daar het risico lopen herhaaldelijk door teken gebeten te worden.
Toch gebeten?
Ondanks goede voorzorgsmaatregelen kan het altijd gebeuren dat uw hond toch een teek oploopt. Handel in dat geval als volgt:
Verwijder een teek zo snel mogelijk. Hoe korter een teek zit vastgezogen, hoe kleiner de kans dat deze de Borrelia‐bacterie en daarmee de ziekte van Lyme, kan overdragen;
Gebruik voor het verwijderen van de teek een puntpincet of een speciaal tekenpincet en plaats deze zo dicht mogelijk tegen de huid. Door licht te draaien en steeds harder te trekken zal de teek uit de huid los komen. Ontsmet de huid na verwijdering van de teek met wat jodium of alcohol. Besprenkel in geen geval alcohol, spiritus of iets dergelijks op de teek als deze nog in de huid zit. Hierdoor kan de teek namelijk zijn maaginhoud in de huid ‘uitbraken’ waardoor het risico op de besmetting met de Borrelia‐bacterie alleen maar groter wordt. Om deze reden is ook het wegbranden van een vastgezogen teek niet aan te raden;
U kunt de teek opsturen voor onderzoek naar de Tickbusters van de Universiteit Utrecht. Op www.uctd.eu/nl kunt u een verzendpakket aanvragen of een inzendformulier downloaden. Voor meer informatie hierover kunt u ook bij uw dierenarts terecht.
Schrijf de datum van de tekenbeet in uw agenda! Houd de plek van de tekenbeet goed in de gaten. Bij het ontstaan van gezondheidsproblemen, bijvoorbeeld kreupelheid binnen enkele maanden, dient u contact op te nemen met uw dierenarts.
U kunt de tekenbeet ook melden op www.tekenradar.nl. Op deze website kunt u ook zien hoe groot de (verwachte) tekenactiviteit is in Nederland. Bent u zelf (ook) gebeten door een teek, dan kunt u dit hier ook melden. U kunt verzocht worden die teek op te sturen voor verder onderzoek.
*bron: RIVM
**bron: De Natuurkalender